SV | Saul nu zeide tot zijn oom: Hij heeft ons voorzeker te kennen gegeven, dat de ezelinnen gevonden waren; maar de zaak des koninkrijks, waarvan Samuel gezegd had, gaf hij hem niet te kennen. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר שָׁאוּל֙ אֶל־דֹּודֹ֔ו הַגֵּ֤ד הִגִּיד֙ לָ֔נוּ כִּ֥י נִמְצְא֖וּ הָאֲתֹנֹ֑ות וְאֶת־דְּבַ֤ר הַמְּלוּכָה֙ לֹֽא־הִגִּ֣יד לֹ֔ו אֲשֶׁ֖ר אָמַ֥ר שְׁמוּאֵֽל׃ פ |
Trans. | wayyō’mer šā’ûl ’el-dwōḏwō hagēḏ higîḏ lānû kî niməṣə’û hā’ăṯōnwōṯ wə’eṯ-dəḇar hamməlûḵâ lō’-higîḏ lwō ’ăšer ’āmar šəmû’ēl: |
Saul nu zeide tot zijn oom: Hij heeft ons voorzeker te kennen gegeven, dat de ezelinnen gevonden waren; maar de zaak des koninkrijks, waarvan Samuel gezegd had, gaf hij hem niet te kennen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Saul nu zeide tot zijn oom: Hij heeft ons voorzeker te kennen gegeven, dat de ezelinnen gevonden waren; maar de zaak des koninkrijks, waarvan Samuel gezegd had, gaf hij hem niet te kennen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!